De geschiedenis van het Bouwcentrum wordt mede geïllustreerd aan de hand van de rol van de opeenvolgende “hoofddirecteuren”.
Jan van Ettinger
1946-1970: Jan van Ettinger, de aanvankelijke directeur, manifesteerde zich als pionier, visionair en drijvende kracht achter de vaak stormachtige ontwikkeling gedurende de eerste 25 jaar. Gebruikmakend van zijn enorme netwerk en de grote bouwdrang in herstellend Nederland wist hij een instituut te realiseren dat toonaangevend was als onafhankelijk kenniscentrum voor het bouwbedrijf in alle facetten.
Karel de Vries
1970-1981: Zijn opvolger, Karel de Vries, kwam voort uit de interne organisatie van het Bouwcentrum en zette het instituut gedurende een decennium voort, zoveel mogelijk in de lijn van Van Ettinger.
Echter, bij zijn terugtreden in 1981 was Bouwcentrum in zwaar weer terecht gekomen: subsidies zoals in de wederopbouwperiode, om de bouw te stimuleren en te coördineren, waren vervallen en er moest een commerciële basis gevonden worden om op voort te kunnen bestaan.
H.P. Meijer
1981-1985: De eerste directeur “van buiten”, Henk “H.P.” Meijer, heeft hier getracht aanzetten voor te geven, maar zijn opvolger ging hierin pas echt rigoureus te werk.
Henk Meijer was civiel ingenieur. Hij is onderdirecteur geweest bij het Rotterdamse havenbedrijf en hij was lid van de Raad van Bestuur van Volker Stevin. Daarnaast was hij nog voorzitter van het bestuur van de Stichting Waterbouwkundig Laboratorium (WL-LGN) te Delft.
Mike Spanraft
1/9/1985-31/1/1989: Mike Spanraft was een groot fan van Lee Iacocca, de topmanager die het noodlijdende Chrysler concern in korte tijd weer tot winst leidde. Naar zijn voorbeeld wilde hij het Bouwcentrum reorganiseren en winstgevend maken. De hele organisatie ging op de schop, afdelingen werden geherstructureerd, gesloten of verkocht. Daarnaast pleegde hij ook acquisitie, kocht een aantal -meestal failliete- bedrijven op waarvan hij dacht dat ze de Bouwcentrum-producten zouden versterken. Ook zorgde hij voor (tijdelijke) herfinanciering via de verkoop van de panden. Tevens werd meer dan de helft van het personeel ontslagen (260 van de 460).
Spanraft ging dan ook de geschiedenis in als de “slager” van Bouwcentrum.
Na 1989 werden directies slechts ad interim benoemd, zij hadden een steeds kleiner Bouwcentrum om te besturen, het afstoten en opheffen van onrendabele afdelingen ging door en er leek weinig eer te behalen, gezien de korte dienstverbanden:
F.H.J.Koelman (1989-1990)
B.A.Noyen (1990-1992)
ir. Ed van Venrooy (interim, 1992-1993) (er is correspondentie over zijn directeurschap in 1990 ! > uitzoeken)
H.A.L.Boonekamp (interim?, 1993-1994)
Theo Ceelen (1994-1996) – Bouwcentrum Beheer > PRC Bouwcentrum
Douwe Kras (1996-2004) – PRC-Bouwcentrum
Derk van Kesteren (1990-2015) – Bouwcentrum Expo